My photospace

Bij het nemen van een foto wil het fototoestel in principe elk keer het gemiddelde van het licht (het gemiddelde tussen licht en donker) herleiden naar 18% reflectiewaarde.  18% reflectiewaarde betekent dat als het licht op dit stukje beeld valt, er 18% gereflecteerd wordt, wat overeenkomt met een "theoretisch correcte" lichtmeting.  In heel wat gevallen is dit ook zo, maar in heel wat andere gevallen ook weer niet.

Volgende meetmethodes worden onderscheiden:

• Matrixmeting
• Spotmeting
• Centrum Gewogen Gemiddelde meting
• Deelmeting

 Matrixmeting

Bij matrixmeting meet het toestel het licht over (bijna) het volledige beeld, waarbij het gemiddelde van alle tinten binnen het meetgebied 18% reflectiewaarde bekomt.

 Spotmeting

Bij spotmeting meet het toestel het licht uitsluitend op een heel klein gebied in het midden van het beeld, vaak ook afgebeeld door een cirkel in de optische zoeker.  Binnen deze cirkel zal het toestel ook streven naar gemiddeld 18% reflectiewaarde, maar dan enkel in deze kleine zone.

Deze meetmethode is het meest geschikt, wanneer je de voorkeur geeft het onderwerp correct te belichten, zonder rekening te houden met de omgeving.

Vele amateurs en professionele fotografen geven aan deze meetmethode de voorkeur omdat dit meestal een correctere belichting geeft in vergelijking met matrixmeting, maar tegelijk moet je als fotograaf ook nauwkeuriger te werk gaan, omdat je onderwerp binnen dit meetgebied moet liggen.  Eventueel dien je gebruik te maken van het * (sterretje bij Canon) of AEL (Nikon) om het spotmeetgebied vast te leggen bij halfautmatisch fotograferen.

 Centrum Gewogen Gemiddelde meting

Deze meetmethode is een compromis tussen Matrixmeting en Spotmeting en bestaat erin het meetgebied in 2 zones op te delen: het centrumgebied en het randgebied.

Het centrumgebied valt doorgaans samen met het spotmeetgebied en zal 70% doorslaggevend zijn.  het randgebied heeft ook invloed op de belichting, maar slechts in mindere mate (30%).

 Deelmeting

Deze meetmethode meet de belichting in een gebied dat kleiner is dan bij matrixmeting, maar groter dan bij het spotgebied.  Het komt erop neer dat een bredere rand van de foto niet worden meegenomen in het berekenen van de belichting.  Deelmeting is dus matrixmeting, maar dan op een kleiner deel van de foto.

Dient bij spotmeting (en in mindere mate de centrumgewogen gemiddelde meeting) het onderwerp steeds in de spotcirkel te worden gehouden om een correcte belichting te verkrijgen?

Ja, dat moet, maar neen, het onderwerp hoeft zich niet noodzakelijk in het midden van het beeld te bevinden. Je kan een foto nemen met spotmeting op een onderwerp, terwijl het onderwerp niet in het midden op het beeld staat.

Je gaat als volgt te werk: je richt je toestel op je onderwerp met het onderwerp in het midden van je zoeker (in het spotmeetgebied).  Druk onmiddellijk erna op de knop * (sterretje bij Canon of AEL bij Nikon) terwijl je onderwerp zich in het spotmeetgebied bevindt.  Met de knop * (sterretje) hou je de lichtmeting vast op het moment dat afgedrukt wordt, waardoor de lichtmeetinstellingen als het ware "bevroren" worden.

Stel onmiddellijk daarna scherp op je onderwerp en herkadreer in de gewenste richting en shoot!

Het vraagt soms wel wat gewenning, indien je het niet gewoon bent.

Nikongebruikers maken gebruik van de AEL-knop, maar de manier van werken kan verschillen.

No Comments